preheader-website
header-website1

De rol van de darmflora in de ontwikkeling van voedselallergie: een probiotische mix van B. bificum, B. lactis en Lactobacillus acidophilus geeft significante reductie in éénjarige prevalentie en cumulatieve incidentie van eczeem

Personen met een bepaalde voedselallergie blijken een andere samenstelling te hebben van hun darmflora dan niet-allergische personen (dit is bijvoorbeeld het geval bij kinderen met een allergie tegen koemelk). Uit onderzoek blijkt eveneens dat specifieke microbiota het risico op de ontwikkeling van bepaalde allergieën kunnen verminderen. Nieuwe inzichten in de rol van microbiota bij voedselallergie stonden centraal in een lezing van Liam O’Mahony uit Davos. Het gastrointestinale systeem herbergt de grootste dichtheid leukocyten in het menselijke lichaam die bovendien constant worden blootgesteld aan een breed gamma vreemde antigenen. Een complex signaalnetwerk tussen verschillende celtypes zorgt ervoor dat een goede balans wordt gevonden tussen immunologische bescherming tegen infecties en tolerantie tegen onschadelijke antigenen, zoals voedselcomponenten en microbiotica.

De dunne darm is perfect aangepast om immunologische sampling van de darminhoud toe te laten. Gespecialiseerde epitheliale cellen, aangeduid als M-cellen, zorgen voor een actief transport van antigenen naar onderliggende lymfoïde follikels voor immunologische verwerking terwijl dendritische cellen dendrietenuitlopers hebben tussen epitheliale cellen teneinde adherente bacteriële fragmenten te samplen.

De mogelijkheid om een brede waaier exogene antigenen te tolereren is een unieke eigenschap van het mucosale systeem die niet gezien wordt bij het immuunsysteem. Dit proces wordt gefaciliteerd door een samenspel tussen bepaalde celtypes in de darm: voornamelijk dendritische cellen en regulatoire T-cellen. De lokale factoren die dit tolerantieproces in het gastrointestinale systeem promoten, zijn echter grotendeels onbekend.

Wel is duidelijk dat de microbiota hierin een belangrijke rol spelen. Zo blijkt dat de allergische respons op bepaalde voedselallergenen bij muizen zonder darmflora veel heviger is dan bij muizen met een normaal darmmicrobioom. Verder blijkt dat personen met een bepaalde voedselallergie een andere samenstelling hebben van hun darmflora dan niet-allergische personen (dit is bijvoorbeeld het geval bij kinderen met een allergie tegen koemelk). Tenslotte stelde men vast dat specifieke microbiota het risico op de ontwikkeling van bepaalde allergieën kunnen verminderen. Zo bleek uit een gerandomiseerde studie dat een probiotische mix van Bifidobacterium bificum, Bifidobacterium lactis en Lactobacillus acidophilus zorgt voor een significante reductie in de éénjarige prevalentie van eczeem (18,2% bij probiotische mix versus 40,0% bij placebo, p= 0,048). Ook de cumulatieve incidentie van eczeem binnen de eerste 12 maanden lag significant lager in de probiotische groep in vergelijking met placebo (36,4% versus 62,9%, p = 0,029).

Referentie

L. O’Mahony. Gut Microbiome and its Role in the Development of Food Allergy. Presented at EAACI-WAO 2013.

Spreker Liam O’Mahony

Omahony

Liam O’Mahony, PhD,
Swiss Institute of Allergy and Asthma Research (SIAF), University of Zürich, Davos, Switzerland.

 

Zie: Keyslides

Back to Top