preheader-website
header-website1

Veelbelovende fase III-data nieuwe immunotherapietablet voor huisstofmijtallergie

Er is een sterke relatie tussen allergische rhinitis veroorzaakt door huisstofmijt (HDM) en HDM allergisch asthma (AA): 50% van de HDM AR patiënten lijdt ook aan HDM AA. Allergische rhinitis heeft een sterk negatieve invloed op prestaties op school en het werk. Een nieuwe immunotherapietablet voor zowel HDM geïnduceerde AR als AA van ALK moet daar verandering in brengen, uitgaande van de nieuwe positieve resultaten van de Fase III MT-06 studie onder 900 patiënten met matige tot ernstige HDM geïnduceerde AR. Zowel de 6 DU- als de 12 DU-dosering van deze tablet blijkt te leiden tot een significante afname van de gemiddelde gecombineerde rhinitis symptoom- en medicatiescore (TCRS) in vergelijking met placebo (p = 0,004).

HDM AR en AA: epidemiologie & impact

Geschat wordt dat wereldwijd tussen de 370 en de 600 miljoen personen lijden aan respiratoire allergie geïnduceerd door huisstofmijt (HDM). Daarnaast blijkt er een sterke relatie te bestaan tussen HDM allergische rhinitis (AR) en HDM allergisch asthma (AA). Zo lijdt 50% van de HDM AR patiënten ook aan HDM AA en heeft het grootste deel van de HDM AA patiënten ook last van HDM AR.1,2 De progressie van AR naar asthma wordt vaak gezien: in circa 10% van de patiënten over een periode van 15 jaar.3

AR heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven van patiënten en is geassocieerd met slechtere schoolprestaties en een verminderde productiviteit.4,5 Daarnaast is ook de socio-economische impact niet te onderschatten. Zo werd berekend dat AR in 2004 geassocieerd was met een directe kostenpost van 2,4 tot 4,9 miljard dollar in de USA.6 In het jaar 2013 zal één volwassen AR patiënt 2.090 Euro kosten aan de Duitse staat.7 Met de huidige therapeutische opties kan de aandoening bij een groot aantal patiënten niet voldoende worden gecontroleerd. Er bestaat dan ook een grote behoefte aan betere, curatieve behandelopties voor HDM geïnduceerde AR.

Literatuur

In geval van HDM AR raadt de ARIA (Allergic Rhinitis and Asthma)-richtlijn uit 2010 subcutane immunotherapie (SCIT) aan voor zowel volwassen patiënten als voor kinderen. Sublinguale immunotherapie (SLIT) heeft enkel een plaats bij volwassen patiënten. Bij kinderen raadt men aan om SLIT enkel te gebruiken binnen degelijk opgezette klinische studies.8 Recente meta-analyses rond het gebruik van HDM immunotherapie bij AR tonen aan dat zowel SCIT als SLIT significant betere resultaten opleveren dan placebo (respectievelijk p = 0,0004 en p = 0,034).9,10

De ARIA-richtlijnen geven aan dat zowel SCIT als SLIT gebruikt kan worden in de behandeling van HDM geïnduceerd AA.8 Het GINA-rapport van 2012 geeft echter aan dat immunotherapie enkel toegepast dient te worden na het strikt vermijden van omgevingsfactoren en na het falen van farmacologische interventies (waaronder corticosteroïden). Immunotherapie is daarom niet opgenomen in het GINA-behandelschema van HDM geïnduceerde asthma.11 Uit een recente meta-analyse blijkt dat SLIT en SCIT geassocieerd is met een betere controle van de asthmatische symptomen dan placebo (p-waarde voor SCIT niet significant p = 0,07; p-waarde voor SLIT p= 0,048).12,13 De waarde van de huidige data is echter beperkt gezien het gebrek aan grote multicentrische studies, de heterogeniteit in duur en opzet van de beschikbare studies en de grote variatie in de gebruikte uitkomstmaten.

Nieuwe ontwikkelingen

De nieuwste ontwikkeling is sublinguale immunotherapie in tabletvorm bij HDM. Recent werden nieuwe data bekend van de ALK HDM allergie immunotherapietablet die gericht is tegen zowel HDM geïnduceerde AR als AA. Uit fase II data van de MT-02 studie blijkt dat deze sublinguale immunotherapietablet geassocieerd is met een afname van de dagelijkse dosis inhalatiecorticosteroïden (ICS) bij patiënten met HDM geïnduceerd asthma.14 Uit een subgroepanalyse bleek bovendien dat dit effect een stuk groter was bij patiënten met deels gecontroleerd asthma (ICS > 400 μg/dag, ACQ score 1-1,5).15

In de fase III MT-04 studie wordt de werkzaamheid van deze nieuwe tablet geëvalueerd bij 800 patiënten met HDM geïnduceerd AA die gerandomiseerd werden in drie groepen: placebo, 6 DU of 12 DU van de immunotherapietablet. Het primaire eindpunt van de studie is de tijd tot de eerste ernstige of matige asthma-exacerbatie. Resultaten van deze studie worden spoedig verwacht. /p>

In de fase III MT-06 studie werden 900 patiënten met matige tot ernstige HDM geïnduceerde AR gerandomiseerd tussen 6 DU, 12 DU of placebo. Het primaire eindpunt van deze studie was de gemiddelde gecombineerde rhinitis symptoom- en medicatiescore (TCRS) gedurende de laatste 8 weken van de behandeling. Uit de eerste resultaten van deze studie blijkt dat zowel de 6 DU als de 12 DU dosering geassocieerd zijn met een significante afname in de TCRS in vergelijking met placebo (p = 0,004). Bovendien werd de behandeling over het algemeen goed verdragen. De meest frequente neveneffecten waren lokale reacties gerelateerd aan de toedieningsplaats (zoals orale pruritus, irritatie van de keel, mild mondoedeem). Minder dan 5% van de patiënten in de studie onderbraken hun behandeling als gevolg van neveneffecten.

Samengevat bevestigde de Fase III MT-06 studie het positieve klinische effect van de ALK HDM allergie immunotherapietablet in de behandeling van volwassen patiënten met HDM geïnduceerde AR. Momenteel lopen nog 7 andere studies waarin meer dan 5.000 patiënten opgenomen zijn met de ALK immunotherapietablet bij HDM geïnduceerd AA en AR in 20 landen (Europa, Japan en Noord-Amerika).

Zie voor meer informatie de website:
http://www.alk-abello.com/research/congresses/Documents/EAACI-pres.pdf

Referentie

1. A. Linneberg et al. Allergy 2002;57:1048-52.
2. T. Knudsen et al. J Asthma 2009;46:91-4.
3. R. Settipane et al. Allergy Proc 1994;15:21-5.
4. S. Walker et al. J Allergy Clin immunol 2007;120:381-7.
5. T. Lamb et al. Curr Med Res Opin 2006;22:1203-10.
6. S. Reed et al. Pharmacoeconomics 2004;22:345-61.
7. B. Schramm et al. ERJ 2004;21:116-22.
8. ARIA richtlijnen 2010. http://www.whiar.org/docs/ARIAReport_2010.pdf
9. M. Calderon et al. Cohrane review. Unpublished.
10. S. Radulovic. Cochrane review 2011.
11. GINA richtlijnen 2012. From the Global Strategy for Asthma Management and Prevention, Global Initiative for Asthma (GINA) 2012. Available from: http://www.ginasthma.org/.
12. Calamita et al. Allergy 2006;61:1162-72.
13. Abramson et al. Cochrane review 2010.
14. Mosbech et al. Allergy 2012;67(Suppl 96):84.
15. Virchow et al. EAACI-WAO 2013; Abstract 1304.

Spreker Professor Pascal Demoly

demoly

Professor Pascal Demoly, MD, PhD
University Hospital of Montpellier, France

 

Zie: Keyslides

Back to Top